Als de koning spreekt zwijgt zijn volk. Zo was het op de vooravond van kerstmis vorig jaar en op 31 januari van dit jaar deed hij dat nog eens. En het volk heeft goed geluisterd telkenmale, zeker weten. Het valt mij op dat, wanneer hij zich vanuit de kerstkribbe tot ons richt, zijn woorden een 'boodschap' wordt genoemd. De vorstelijke speech die de monarch afsteekt op de ontvangst van de - jawatte - de gestelde lichamen, wordt dan weeral gewoontjes 'toespraak' geheten.
In de kerstboodschap is de vorst, toch de verhevene onder ons, niet vies die van lage wereldse geneugden. Hij is kennelijk in blijde verwachting van alles wat de komende feestdagen meebrengen. Zoals daar zijn lekker eten en drinken en dat allemaal in goed gezelschap. Heel de kerstboodschap is doorspekt met feesten, dansen en zingen. "
Het gebeurt nog wel eens dat ik het deuntje neurie 'ik hou van u, je t'aime, tu sais'", sprak de koning tot de Belgen. Waarschijnlijk om zijn existentie als gewone sterveling te bevestigen. De koning zingt! In zijn gezang is Zijne Tonaliteit echter het obligate Duitse stukje vergeten. Oeps. Oder wie sagt man das. Maar we doen rond de kerst niet pietleuterig.
Bijna gesmoord in een emotionele anticylonale wig spreekt de koning over de samenhorigheid der Belgen. "In ieder geval wordt separatisme door de overgrote meerderheid van onze medeburgers verworpen." declameerde hij. De overgrote meerderheid! Het zal een pak van zijn hart zijn.
Een dikke maand later is het alweer feest op het paleis. De 600 gestelde lichamen hebben de paleisruimten gevuld met hun doorluchtige aanwezigheid. Plus Albert II, dat maakt 601. Met frequent gevulde glazen en wijs over-en-weer geknik werden onderling krommetjes rechtgetrokken en va-et-viens van iedereen goed beklad. Un bon petit entre-nous, mag ik wel zeggen. Als iedereen reikhalzend dezelfde kant opkijkt, dan gaat de koning spreken. Deze keer de toespraak, niet de boodschap.
De speech van Albert was blijkbaar door iemand anders geschreven. Vermanend hekelde de vorst instanties die het land willen verdelen. Streven naar meer autonomie voor de gewesten is slecht, duister en asociaal. Bovendien kost het véél geld. Sociaal-economisch moeten we één Belgisch potje blijven, was de boodschap. Voilà! Twintig papiertjes later is het eruit!
Van ontzetting zijn ter plekke vele gestelde lichamen ongesteld geworden. Overmatig gedronken fruitsappen hebben hoogdringend een uitweg gezocht. Bezwete neuzen moesten ijverig gepoederd. Af en aan rennende lakeien deelden vlugzout uit aan in weelderige dentelles gehulde, bezwijkende deernen.
Het verschil met de kerstboodschap is pijnlijk groot. "In ieder geval wordt separatisme door de overgrote meerderheid van onze medeburgers verworpen." zei hij toen nog. Wat een contrast. Je moet haast een kunstenaar zijn om die uitspraken binnen één maand met elkaar te verzoenen. Maar de vorst is geen kunstenaar. Zijn dochter wel, maar dat doet niets ter zake.
De reacties van zijn onderdanen waren niet van de poes. Die van sommige politici evenmin. Ze hebben bijna allemaal de rug naar hem gekeerd en hebben staan ezelen tot de vorst tussen de rododendrons verdween. Ik heb mij laten vertellen dat de koning, na de belabberde toespraak, woest zwaaiend met zijne scepter, op zoek is gegaan naar de tekstschrijver.
"Le salaud!" en nog van die dingen uit het vocabulaire royale moet hij geschreeuwd hebben. In zijn zoektocht naar de landbedreigende schurk betrapte Albert onderweg nog een lakei en een dienstmaagd zéér nauw in elkaar verstrengeld in een bezemkast. De idyllische aanblik, une petite faiblesse waar zijne majesteit nogal gevoelig voor is, heeft het vuur wat geluwd maar toch. De schrijver van de boodschap leeft nu waarschijnlijk vorstelijk op een yacht in Nice. Die van de toespraak villen ze morgen op de grote markt van Hasselt. Als de haan driemaal heeft gekraaid.
Het zal hem leren andere dingen te schrijven dan wat de overgrote meerderheid van ons vorstenhuis wil horen.