Bij de dokter...
Gisteren ben ik naar de dermatoloog geweest. Een dokter die jaren studeert om ons velletje in conditie te brengen en te houden. Het was geen beleefdheidsbezoekje, helemaal niet.
Ik heb een pigmentvlek, ook wel eens moedervlek geheten. Vroeger stoorde het mij niet. Ook al ligt ze op mijn voorhoofd. Nu is ze groter en iets dikker geworden. Ze is precies een eigen leven gaan leiden. En dat vind ik maar niks. Op naar de vellendokter dus!
Een reusachtig groot oog heeft mij bekeken door een loep. Na een paar mmmm 's, nog wat gepas en gemeet voel ik dat er een verdict gaat komen. "We gaan een staaltje nemen voor het labo, en de rest gaan we bevriezen zodat het afsterft." zei de man in het wit.
"Afsterft", jakkes!
Met wat scherp gereedschap heeft de dokter de daad bij het woord gevoegd en een punctie genomen, zoals hij dat zo mooi vertelde. Ik vond het behoorlijk pijnlijk en mijn pijngrens ligt nochtans flink hoog, integenstelling tot de vele 'stoere mannen'. Maar hij had zijn 'stukje' voor het labo. Naar fase II, de bevriezing oftewel de cryotherapie (klinkt nogal koud, vind ik)!
Haalt die man toch niet een dampend potje tevoorschijn zeker! Ik moet, zonder het te willen, toch wel lelijk gekeken hebben want 'de witte' begon meteen uit te leggen welke zijn plannen waren met 'het dampend potje'. "Ik ga vloeibaar stikstof aanbrengen op de vlek", vertelt ie doodleuk, "en ik herhaal dat totdat heel de vlek, het onderliggend én naburig weefsel bevroren zijn. Bevriezen of verbranden hebben ongeveer hetzelfde effect." Wat een stiel!
Met gesloten ogen, want dat moest, heb ik de behandeling ondergaan. Met venijnig gesis, telkens als er vloeistof werd aangebracht, is het kwaad bestreden. En hij bleef het maar herhalen, zijn gebrandmerk. Ik ben flink gebleven. Waarom eigenlijk? Waarom niet "aaaaai" en "oeiiii" roepen? Omdat we grote mannen zijn?
"Als ik nieuws heb van het labo zal ik u wel bellen", zegt 'de witte' droogjes als ik afreken. Ja, brandmerken kost geld! Ik moet dus wachten op nieuws of geen nieuws. Wat een wereldje, dat witte eiland!
Eénmaal buiten, zònder pleister op de brandvlek, begint die aardig pijn te doen. In crecendo nog wel! En niet lineair maar exponentieel en progressief! Verdoeme. De tranen lopen over mijn gezicht en ik kan er niks aan verhelpen. Ik hoop dat ik niemand bekend tegenkom. Ikke en janken, het is niet vreemd aan mij, maar toch.... Tranen op straat, hoe is 't mogelijk.
Ik loop terug naar de auto aan de Kempische Brug. Onderweg hoop ik stiekem het lokaal "Spaans borstelvuur" tegen te komen, het straatvegertje van een paar posts geleden. Maar dat is noppes. Hij zit ergens verstopt, beeld ik mij in. Ik vind wél een plaatselijke ziel die hem meteen een naam geeft: "Roberto, de Spanjaard". "En hij zit veel bij de wijkwerkster, achteraan de Velodroom", geeft hij nog mee. 't Zal voor een andere keer zijn. Ik heb trouwens andere dingen aan het hoofd.
Eénmaal thuisgekomen moet ik niets vertellen. Dat hoeft ook niet. Die ziet alles, weet alles en deelt alles. En dat helpt.
Vandaag gaat het allemaal stukken beter.
Vrouwen!!!!
1 reacties:
Oh ik ken er alles van, die stift die paar seconden voelen aan alsof het minuten zijn. Leuk is anders! Ik hoop dat de plek wegblijft en de uitslag positief is... ik druk de duimen.
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage