Spaanse furie
Gisteren namiddag naar 't stad gereden omdat ik de Hasselaren wilde bezig zien als ze gratis mogen pintelieren. Auto aan de kant gezet aan de grote ring en de rest over de Kempische steenweg te voet gedaan. Die steenweg wordt proper gehouden door een klein, oud ventje. Gewapend met bezem en blik veegt hij stoepen, portiekjes en zelfs de straat schoon. De hele dag lang. En hij doet dat al sedert eeuwen. De Kempische Steenweg is de properste uitvalsweg van Hasselt dankzij hem.
Ik passerde er gisteren en ja hoor, hij was er weer. Dus dacht ik "Ik moet weten wie, wat, waar, wanneer en waarom." Ik stap op de kleine ongeschoren man af en stel mij voor. Meteen vraag ik hem in één adem door of ik een fotoke mag nemen. Hij zei geen gebenedijd woord, bleef stokstijf op het fietspad staan, met de kromme beentjes wijd uiteen, de bezemsteel in de hand geklemd als was het een vlaggestok, de tandeloze mond wagenwijd open. Hij heeft mij zo een paar tellen priemend aangekeken. Ik wist niet meer waar ik het had maar daar kwam vlug verandering in!
Hij nam eens diep adem en toen produceerde de ruwharige straatveger een stortvloed van, ik vermoed Spaanse, woorden. Ik stond een paar seconden, die een eeuwigheid leken, in een woordenstroom waarin het hele vocabularium, uitzonderingen inclusief, in voorkwam. En aan zijn bedoelingen liet hij niets te raden over. Zijn armpjes molenwiekten vervaarlijk en de bezem die eraan vasthing breidde zijn actieradius gevaarlijk groot uit. Voorbijfietsende dametjes slaakten gilletjes als de harige borstel hen rakelings voorbij zoefde. Voorbijgangers bleven op eerbiedige afstand. Hier en daar gluurden de buurtbewoners van achter de gordijntjes.
In een schuchtere poging om het vocale geweld te stelpen en het wild zwaaiende ventje te bedaren stak ik beide handen langzaam omhoog, de handpalmen naar hem gekeerd. Als teken van overgave. Maar Internationaal Recht was hem blijkbaar nooit geleerd en hij begon meteen een toonladder hoger te gillen. Ik heb dan maar gedaan zoals alle primaten doen: langzaam achteruit gaan en je belager blijven bekijken. En je pas omdraaien als je ver genoeg van hem verwijderd bent. Hij is blijven lawaai maken. Tegen de omstaanders, denk ik. Toen ik aan de verkeerslichten van de Kempische Poort stond hoorde ik hem nog steeds krijsen. Maar toch, de Steenweg is zijn domein. Of hij het nu wil of niet, ik heb veel bewondering voor het kleine, ruwharige, ongeschoren, tandeloze, oude, schreeuwende straatvegertje van de Kempische Steenweg.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage