Water en wind genoeg aan zee!
Geen vezel aan mij bleef gespaard en werd nat. Kletsnat!
En geen zuchtje is in mijn lijf gebleven.
Alles terug aan de wind gegeven.
Stoere wolken bliezen mij droog.
En de zon deed achteraf de rest.
Het strand is een wasmachine en een droogkast.