Wij drinken als apéritiefje meestal een glas wijn. Zij wit en ik rood.
Daarvoor ga ik in de rekken van Colruyt op zoek naar lekkere en betaalbare flesjes, schommelend tussen de 4 à 5 euro. En ja, die zijn er heus wel te vinden. Mettertijd krijg je daar een ‘neus’ voor, een extra zintuigje dat je doorheen het flessenwoud loodst, direct naar precies dát wat je wel eens zou lusten. Het heeft ons al vele leuke verrassingen opgeleverd.
Tot, een paar dagen geleden, vanuit de keuken haar stem schalde: “Zeg, het wijnrekje is leeg hoor. Wat ga je nu drinken? Zal ik een fles halen uit de ‘andere’ voorraad?”
Ik heb “ja” gezegd.....
Even later slof ik naar het aanrecht en krijg er bijna een beroerte. Daar prijkt een
Château Pichon Longueville, Comptesse de Lalande van 1995 ontkurkt naast de kookpotten! Een Frans landjuweel waarvoor een kenner met plezier 500 euro betaalt. Het uitgeschonken glas lonkte uitdagend.
Zagen help niet, klagen evenmin. Ik heb dus, gespreid over enkele dagen, de fles soldaat gemaakt.
“Ach ja”, zei ze achteraf, “
uiteindelijk is dat gemaakt om te drinken hé.”
De oude gravin was schitterend.